Gefragmenteerd naar de onderhandelingstafel

Gefragmenteerd naar de onderhandelingstafel

Scanauto

Na een chaotische start bracht de komst van de door de wol geverfde Tjeenk Willink weer een beetje rust in de formatie. Opeens hadden media ook oog voor andere onderwerpen en kwam er weer meer aandacht voor de inhoud. Maar als je die inhoud bekijkt, zie je dat die wel heel erg gefragmenteerd is. Kunnen we zo wel tot een integrale aanpak van de problemen komen?

Het is goede gewoonte dat organisaties uit alle hoeken van de maatschappij de inhoud die ze belangrijk vinden, onderstrepen in een brief naar de informateur en de onderhandelende partijen. In die brief vragen ze aandacht voor een bepaald onderwerp en niet zelden doen ze de hoge dames en heren in Den Haag een suggesties voor tekst om ‘mee te nemen in een eventueel regeerakkoord’ of stellen ze actiepunten voor het nieuwe kabinet voor. Vaak worden de brieven gestuurd door een samenwerking van verschillende organisaties om te benadrukken dat de boodschap op ‘brede steun’ mag rekenen. De doelgroep van de brievenschrijvers beperkt zich niet tot de informateur en de onderhandelaars. Nee, de brief wordt zo verspreid dat een ieder die het maar lezen wil het kan lezen. Als open brief wordt het zo openbaar mogelijk verspreid. Er wordt dan ook een overzicht van aln dus zijn er formatiewatchers die een overzicht van al die brieven maken, zodat je het thuis allemaal eens op je gemak kan doorkijken. Dit jaar kan dat bijvoorbeeld bij de makers van de Verkiezingswijzer, die zich voor deze verzameling hebben omgedoopt tot de Formatiewijzer.

De brieven zijn niet voorbehouden aan bedrijven of organisaties uit het ‘maatschappelijk middenveld’. Ook vertegenwoordigers van de overheid zelf richten zich tegenwoordig tot de formatietafel. Dit jaar is er bijvoorbeeld een brief van alle Secretarissen-Generaal, de hoogste ambtelijke bazen van de ministeries. Zij pleiten voor ‘geld, personeel en ICT’ als randvoorwaarden voor het herstel van vertrouwen in de overheid en geven aan dat ze ‘departementale herindelingen niet als oplossing zien voor de vragen die voorliggen’.

Ook een groep burgemeesters wendde zich in een brief tot de Haagse formatie. In een stuk met de titel ‘Van de cyberburgemeesters aan de onderhandelaars bij het regeerakkoord’ pleiten 14 burgemeester voor twee punten:

  • Een heldere en overzichtelijke governance met één bewindspersoon en één beleidsdepartement die landelijke regie voeren op de aanpak van digitale onveiligheid
  • Structurele aanpak en financiering voor de bestuurlijke en preventieve aanpak van digitale onveiligheid op lokaal niveau.

Het zijn niet de burgemeesters van de grootste gemeenten, ze variëren van zo’n 11.000 inwoners (Laren) tot zo’n 87.000 inwoners (Heerlen). Het is een mooie groep van hele verschillende gemeenten, verspreid over het land. Stedelijke en meer landelijke gemeenten en met hele verschillende oppervlaktes. Deze diverse groep richt zich tot de landelijke politiek: ze zien dat er een verantwoordelijkheid ligt voor de burgemeesters zelf, maar alleen kunnen ze het niet. Ze vragen ‘landelijke support en regie om aan onze verantwoordelijkheden invulling te geven’. Ze beklagen zich dat ‘het beleid zich nu kenmerkt door incidentele impulsen en support’. Daardoor komen investeringen vooral bij een kleine groep (grotere) gemeenten terecht.

Ik voel wel sympathie voor de oproep van de burgemeesters. In de vele gesprekken die ik voerde na het verschijnen van mijn boek over de invloed van digitalisering op de rol van de overheid, komt vaak naar voren dat juist in gemeenten nog een wereld te winnen is op het gebied van digitalisering. Het voorbeeld van de cyberaanval op Gemeente Hof van Twente wordt veel genoemd. Maar ook onderwerpen als sextortion (het verlokken tot het sturen van blootfoto’s via de telefoon om daarna iemand ermee af te persen, een akeligheid die veel voorkomt onder jongeren), de veiligheid van vitale infrastructuur als bruggen en sluizen en de handel in illegaal verkregen persoonsgegevens zijn digitale veiligheidsonderwerpen waar gemeenten mee te maken hebben. Ze kunnen de maatschappij ontwrichten en vallen dus onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester, die over de openbare orde gaat.

Maar tegelijkertijd voelde ik teleurstelling over deze brief. Ja, het is waar dat veel gemeenten nog een grote stap moeten maken op het gebied van digitalisering en ja, daarbij is hulp vanuit de landelijke overheid hard nodig. Maar digitalisering is zoveel meer dan digitale veiligheid alleen. Toegegeven cyberveiligheid is ontzettend belangrijk en het kan de meest basale levensbehoeften bedreigen (dat bleek deze week wel weer toen een hack bij een leverancier ervoor zorgde dat de schappen met kaas leeg bleven in supermarkten). Maar er zijn meer digitale onderwerpen waarbij de belangen van burgers in het gedrang kunnen komen.

Denk bijvoorbeeld aan de inzet van technologie in de openbare ruimte. Zoals slimme verkeerslichten, camera’s die zelf onlusten herkennen in uitgaansgebieden of sensoren die de staat van onderhoud van bruggen of riolen meten. De stap om dat soort technologie in te zetten is een grote voor een gemeente. Het kost veel geld en vooraf is moeilijk in te schatten hoeveel het oplevert, hoe lang de invetseringen nuttig zullen zijn en wat de risico’s ervan zijn. In mijn eigen gemeente, Rijswijk, speelt de discussie over scanauto’s. Deze controleren met camera’s de kentekens van auto’s en controleren of er is betaald voor parkeren. Veel mensen bleken onterecht parkeerboetes te krijgen – soms zelfs als ze een parkeervergunning hadden. De precieze oorzaak van het probleem moet nog blijken, maar het laat wel zien dat een Gemeente van het ene op het andere moment behoorlijk in de digitale problemen kan komen. En dat burgers er het slachtoffer van kunnen worden.

Bedenk daarbij dat er op het gebied van digitalisering nog veel meer uitdagingen op gemeenten af komen. Digitalisering zorgt voor een exponentiële toename van nieuwe producten en diensten. Dat maakt dat gemeenten gedwongen worden om de hele tijd nieuwe producten en diensten in te voeren in haar eigen werkvelden. Denk aan online systemen waarmee je afspraak kan inplannen om paspoort of vergunning aan te vragen. Dark Web-zoekmachines die helpen om mensenhandel in de gemeente op te sporen. En aan veranderingen in de dienstverlening van leveranciers van telefoons, laptop en andere apparatuur van de gemeente. Zie in die hele wirwar maar eens overzicht te houden hoe je er op digitaal gebied bij staat.

Het is dus logisch dat de burgemeesters het kabinet om hulp vragen, maar was het niet beter geweest als ze het kabinet om steun in de breedte van de digitaliseringsopgave hadden gevraagd? Het zou mooi aansluiten bij het pleidooi dat zoveel anderen ook doen voor regie op het gebied van digitalisering. Door nu ‘slechts’ digitale onveiligheid eruit te lichten doen ze af aan de integraliteit van de opgave die er ligt. Het past weliswaar goed bij de manier waarop al die belanghebbende organisaties hun boodschap verkondigen richting onderhandelingstafel, maar het doet ook vrezen: als we als maatschappij steeds aandacht vragen voor deelonderwerpen, kunnen we dan wel een integrale aanpak van onze overheid verwachten?